Interview met kamerlid Kirsten van den Hul

Door Karin Tey

De commissie Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid had de eer om aan mevrouw van den Hul, lid van de Tweede Kamer (PvdA), vragen te stellen om meer te weten te komen over het onderwerp. Mevrouw van den Hul heeft een grote portefeuille, maar gelijkheid tussen genders is voor haar altijd een belangrijk thema geweest. 

Wat zijn volgens u de hoofdoorzaken van de loonkloof tussen mannen en vrouwen?

“Er is een ongelijke arbeidsmarktpositie van mannen en vrouwen. Mannen werken vaker fulltime en maken hierdoor dus ook meer uren. Vrouwen werken vaker onbetaalde arbeid, aangezien vrouwen vaak een dubbele functie hebben; thuis én op het werk. Ook is er een oververtegenwoordiging van vrouwen in lager betaalde en lager gewaardeerde sectoren, als de zorg en onderwijs. Terwijl in sectoren als financiën en vastgoed mannen zijn oververtegenwoordigd. Dit heeft natuurlijk ook te maken met beroepskeuze. Het meest frustrerende deel van een loonkloof is het onverklaarbare deel, dit is vaak terug te voeren tot vooroordelen of bias. “

Wat zijn oplossingen voor discriminatie tegen gender?

“Bindende wetgeving waar je bedrijven aan kan houden. Een voorbeeld hiervan is de quota van 30% vrouwen aan de top. Het is vervelend dat het nodig is, maar belangrijk dat het gebeurd, want met alleen het streven hiernaar kom je vaak niet ver. Over- en ondervertegenwoordiging van een gender in sectoren kan worden beïnvloed door rolmodellen. Maar ook decanen en studiekeuzebegeleiders spelen een belangrijke rol in de studiekeuze van jongeren en dus in de vertegenwoordiging in sectoren. 

Om de loonkloof te verkleinen heeft de Nederlandse regering niet veel beleid gevoerd. Wel zijn er publiekscampagnes, maar dit is natuurlijk geen structurele oplossing. Welke maatregelen heeft Nederland om de loonkloof te verkleinen die ook effectief werken? Campagnes en acties, maar weinig beleid. Al vanaf jonge leeftijd is het belangrijk, bijvoorbeeld in schoolboeken, om discriminatie tegen te gaan. “

Hoe staat Nederland ervoor ten opzichte van andere landen op het gebied van vrouwenemancipatie en gendergelijkheid?

“Nederland loopt achter, bijvoorbeeld op het gebied van vaderschapsverlof, loonverschillen en kinderopvang. Ik ben ook van mening dat de Nederlandse regering te weinig doet tegen geweld tegen vrouwen. Maar positief is, dat er eindelijk een quota van 30% is voor vrouwen in de top, maar we zijn er dus nog lang niet.

Ik merk dat een deel van de jongere generatie al anders kijkt naar werken in bepaalde sectoren en zich niet laten weerhouden door stereotypering. Er zijn indicatoren en gesprekken die me hoopvol stemmen, maar de cijfers laten weinig verbetering in vrouwenemancipatie en gendergelijkheid zien.”

Wat is uw mening over anoniem solliciteren?

“Ik vind het vervelend dat het nodig is, maar de realiteit is niet anders. Anoniem solliciteren kan een onderdeel zijn van een oplossing, maar dit pakt niet de bron van het probleem aan. Uitzendbureaus zijn een belangrijke schakel in het vinden van werk, echter zijn er nog altijd uitzendbureaus die discrimineren, niet alleen op gender, maar ook op religie of beperkingen.  Daarom moeten wij deze uitzendbureaus, maar ook bijvoorbeeld discriminatie bij het zoeken naar een stage, harder aanpakken.”

Hoe ver kun je gaan in het maken van beleid om het probleem op te lossen?

“We moeten verder gaan dan we denken dat mogelijk is. Vooral nu onderhandelingen in bijvoorbeeld de Verenigde Naties vaker niet meer over vooruitgang gaan, maar over het behouden van wat nu al vaststaat. Dit komt doordat eerder progressieve landen, conservatief worden. Als we alleen blijven praten, gebeurt er niks. Het is goed als Europa de lat hoger gaat leggen. We moeten durven dromen van een tijd waarin dit gesprek niet meer nodig is.”

U heeft eerder bij ngo’s gewerkt om ook te strijden voor meer gendergelijkheid, wat voor impact heeft u nu als Tweede Kamerlid op dit thema?

“Eerst had ik meer directe impact tijdens internationale projecten. Nu heb ik juist meer indirecte impact in de Tweede Kamer. Beide zijn net zo belangrijk, al merk je misschien eerst niet zo veel van de indirecte impact. Ik mis het contact met de wereld die ik had tijdens mijn tijden in de ngo’s. Ik probeer wel de invloed van buiten te halen, door veel met verschillende mensen van buitenaf te praten. De belangrijkste reden dat ik de politiek ben ingegaan is dat ik altijd al praatte over ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek, dus nu doe ik daar zelf ook wat aan.”

Hoe maakt u een goede speech?

“Ik vind het belangrijk om mijn speeches zelf te schrijven. De speech moet uit je hart komen en echt gemeend zijn om je publiek mee te slepen. Een goede voorbereiding is natuurlijk een vereiste. Ik ga langs organisaties wiens meningen belangrijk zijn voor het onderwerp om me te laten inspireren en informeren. Ideaal is als je speech uit je je hoofd kent, maar dit is niet altijd mogelijk, dus maak gerust gebruik van bullet points. En vergeet niet: oefening baart kunst!”

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *